Intracommunautaire levering is een btw-vrijgestelde verkoop van goederen tussen btw‑plichtige ondernemers in EU-lidstaten. U levert zonder btw, bij correcte documentatie en bewezen vervoer. In deze blog leest u wanneer u het 0%-tarief mag toepassen en wat daarvoor nodig is.

Inhoud

Wat is een intracommunautaire levering (ICL)?

Een intracommunautaire levering is een verkoop van goederen tussen twee btw-plichtige ondernemers die in verschillende EU-lidstaten gevestigd zijn. De levering is vrij van btw, mits aan specifieke voorwaarden wordt voldaan. De juridische basis is te vinden in artikel 138 van de btw-richtlijn 2006/112/EG.

Juridische basis en transactie-opbouw

Bij een ICL verzendt of vervoert de leverancier de goederen van zijn eigen lidstaat naar die van de afnemer. Die afnemer draagt de btw af via de intracommunautaire verwerving (ICV), in zijn eigen land. Leverancier en afnemer vullen dus elk een andere kant van dezelfde transactie in: de ICL als uitvoer, de ICV als invoer.

In België is deze regeling opgenomen in artikel 39bis W.BTW, dat stelt dat een levering van goederen naar een andere EU-lidstaat onder voorwaarden is vrijgesteld van btw. Dit artikel is onder meer van toepassing op nieuwe vervoermiddelen en bepaalde specifieke situaties, zoals zendingen naar een vaste inrichting van dezelfde onderneming.

De regeling is uitsluitend van toepassing binnen de EU. Landen buiten de Unie, zoals Zwitserland of het VK, vallen onder exportregels. Ook geldt de regeling alleen voor goederen, niet voor diensten. Een correcte toepassing van de btw intracommunautaire levering vereist zorgvuldige controle van de betrokken partijen, hun btw-nummers en het grensoverschrijdende karakter van het vervoer.

De intracommunautaire levering-betekenis is dus nauwkeurig gedefinieerd in de wetgeving, en vormt een essentieel onderdeel van het btw-stelsel binnen de EU.

Ontdek onze zakelijke rekening

Wanneer is een ICL-geldig en btw-vrijgesteld?

Een intracommunautaire levering is alleen vrij van btw als wordt voldaan aan vier fundamentele voorwaarden. 

Goederen gaan naar een ander EU-land

Ten eerste moeten de goederen daadwerkelijk naar een andere EU-lidstaat worden vervoerd of verzonden. Het grensoverschrijdende karakter van de levering moet aantoonbaar zijn aan de hand van objectieve bewijsstukken, zoals een vrachtbrief (CMR), ontvangstbewijs of transportcontract. Zonder dergelijk bewijs komt de vrijstelling te vervallen.

Afnemer is btw-plichtig

Ten tweede moet de afnemer een btw-plichtige ondernemer zijn, geregistreerd in een andere EU-lidstaat. De koper moet de levering in eigen land als intracommunautaire verwerving aangeven. De leverancier hoeft dan geen btw aan te rekenen, maar de afnemer is zelf verantwoordelijk voor de btw-afdracht.

Geldig btw-nummer (VIES-check)

De derde voorwaarde is dat het btw-nummer van de afnemer geldig is en voorafgaand aan de levering gecontroleerd wordt via het VIES-systeem van de Europese Commissie. Dit is sinds 2020 een formele eis. Een geldige status moet bovendien worden vastgelegd in de administratie. Zonder controle vervalt het recht op het 0%-tarief, zelfs als aan de andere voorwaarden is voldaan.

Vervoer/transport aantoonbaar

Ten slotte moet het transport aantoonbaar zijn. De belastingvrije intracommunautaire levering staat of valt met overtuigend bewijs van verzending of levering in een ander EU-land. Dit vraagt om een sluitende administratie waarin leveringsdocumenten, correspondentie en betaalinformatie correct en tijdig worden opgeslagen.

Gevolgen van fouten en belang van correcte administratie

Als één van deze voorwaarden ontbreekt of verkeerd wordt toegepast, vervalt de btw-vrijstelling. De leverancier loopt dan het risico op naheffing, boetes en rente. De toepassing van het 0%-tarief bij een intracommunautaire levering vereist dus uiterste nauwkeurigheid. Ondernemers die bijvoorbeeld vergeten het btw-nummer te controleren of geen vervoerbewijs kunnen overleggen, verliezen het recht op belastingvrijstelling en moeten de btw alsnog afdragen. Daarom is een correcte administratie essentieel om problemen met de fiscus te voorkomen.

Factuur- en aangifteverplichtingen bij ICL

Een correcte facturering en rapportage zijn essentieel wanneer u een intracommunautaire levering (ICL) toepast. Alleen met de juiste informatie op de factuur én een volledige ICP-opgave blijft de levering btw-vrijgesteld. In deze sectie leest u welke elementen op de factuur moeten staan en hoe u de ICL meldt via de aangifte.

Factuurvereisten intracommunautaire levering

Op de factuur voor een intracommunautaire levering moeten in ieder geval de volgende gegevens voorkomen: het btw-identificatienummer van uw eigen onderneming én dat van de afnemer in de andere EU-lidstaat. U vermeldt duidelijk “btw verlegd” of “0% btw – intracommunautaire levering”, om aan te geven dat de btw-heffing naar de afnemer wordt verschoven. Btw verleggen betekent in dit geval dat de afnemer in zijn eigen lidstaat verantwoordelijk is voor het aangeven en afdragen van de btw, via de regeling voor intracommunautaire verwervingen.

Er wordt geen btw in rekening gebracht: zowel het tarief als het btw-bedrag moet zichtbaar niet van toepassing zijn. De wetgeving hiervoor is opgenomen in artikel 138 van de Richtlijn 2006/112/EG. Door de verwijzing op de factuur bevestigt u dat de levering valt onder artikel 138, lid 1, en voldoet aan de Europese voorwaarden voor btw-vrijstelling.

Zorg voor een duidelijke omschrijving van de geleverde goederen, leverdatum, nettobedrag en referenties zoals order- of afleveringsnummer. Hierdoor is controle mogelijk en ontstaat geen discussie met autoriteiten. Een standaard factuur voldoet pas als deze alle verplichte gegevens bevat en helder aantoont dat de btw naar de afnemer is doorgeschoven.

Aangifte intracommunautaire levering

De ICP-opgaaf (Opgaaf Intracommunautaire Prestaties) is een aparte rapportage van alle ICL’s per kwartaal. Elke levering vermeldt het btw-nummer van de afnemer, het totaalbedrag exclusief btw en de bestemming lidstaat. Deze lijst dient parallel aan de periodieke btw-aangifte te worden ingediend.

Bij de reguliere btw-aangifte vermeldt u omzet in binnen- en buitenland, maar verwerkt u geen btw op deze specifieke leveringen. De ICP-opgaaf vult dit aan door inzicht te bieden in grensoverschrijdende leveringen. Indien de ICP ontbreekt of onvolledig is, kan de vrijstelling vervallen, ook als de factuur correct is. Een sluitende administratie van facturen en ICP-opgaven is dus onmisbaar.

Meer over de gratis factuurdienst

Veelvoorkomende fouten en aandachtspunten bij intracommunautaire levering

Hieronder vindt u in één oogopslag de belangrijkste aandachtspunten die vaak tot fouten leiden bij toepassing van het 0%‑tarief:

  • Geen geldige VIES-check van btw‑nummer. Ondernemers verzuimen regelmatig het btw-nummer van de afnemer via VIES te controleren of vermelden verkeerd nummer. Zonder geldige controle vervalt de vrijstelling automatisch.
  • Onvoldoende bewijs van vervoer. Alleen één transportdocument of geen bewijs van grensoverschrijding is vaak onvoldoende. Er moeten minimaal twee onafhankelijke bewijsstukken beschikbaar zijn, zoals vrachtbrieven of ontvangstbevestigingen.
  • Onvolledige of ontbrekende ICP‑opgave. Intracommunautaire leveringen moeten per kwartaal correct worden opgegeven. Verzuimt u de ICP‑aangifte of bevat deze fouten, dan vervalt de btw‑vrijstelling, ook als de facturen zelf in orde zijn.
  • Verkeerde toepassing van het 0%-tarief. Als één van de voorwaarden niet is vervuld, geldt dat het tarief ten onrechte is toegepast. Dit leidt tot naheffing, boetes en rentekosten. In ernstige gevallen wordt de levering behandeld als binnenlandse omzet met volledige btw-verplichting.
  • Fouten bij factuurinformatie. Incomplete of incorrecte facturen — bijvoorbeeld zonder vermelding “btw verlegd” of met onvolledig btw-nummer — zijn een veelvoorkomende oorzaak van fouten. Dit bemoeilijkt de controle door de belastingdienst.

Indien u deze fouten weet te vermijden, zou u zonder problemen het 0%-tarief moeten kunnen toepassen.

Bijzondere situaties in het kort

Bij intracommunautaire leveringen zijn er enkele bijzondere gevallen waarin afwijkende regels gelden. Een bekend voorbeeld is het overbrengen van eigen voorraad naar een ander EU-land. Dit komt vaak voor bij opslag op afroep of fulfilment in het buitenland.

Vroeger moest u in zo’n geval een fictieve intracommunautaire levering en verwerving boeken, wat leidde tot extra btw-verplichtingen in het land van aankomst. Sinds de invoering van de vereenvoudigde regeling in 2020 is dat niet altijd meer nodig. Als u voldoet aan voorwaarden zoals een vooraf bekende afnemer en levering binnen twaalf maanden, dan geldt de levering pas bij afname als echte ICL.

De regeling geldt alleen bij juiste registratie van de goederenbeweging, en u moet dit kunnen aantonen in uw administratie.

Intracommunautaire ABC-leveringen: vereenvoudigde regeling

Een andere bijzondere situatie betreft intracommunautaire ABC-leveringen. Hierbij zijn drie ondernemers uit verschillende EU-landen betrokken, terwijl de goederen rechtstreeks van de eerste naar de laatste partij worden vervoerd.

In dat geval kan de tussenhandelaar gebruikmaken van de vereenvoudigde regeling. Hierdoor hoeft hij zich niet te registreren voor btw in het land van de eindafnemer. Voorwaarde is dat de juiste btw-nummers worden gebruikt, de factuur correct is opgesteld en de levering goed wordt opgenomen in de ICP-opgave.

Deze regeling voorkomt administratieve lasten, maar vereist nauwkeurige documentatie. Bij fouten in de registratieketen vervalt de btw-vrijstelling alsnog en kunnen meerdere landen aanspraak maken op btw-heffing.

Meer over Finom

Praktijkvoorbeeld en mini-checklist

Stel: een Nederlandse webshop verkoopt elektronische apparaten aan een klant in Duitsland, een geregistreerde onderneming met een geldig Duits btw-nummer. De bestelling wordt online geplaatst en de goederen worden per koerier van Nederland naar het adres van de klant in Berlijn verzonden. De leverancier brengt geen btw in rekening en vermeldt op de factuur “0% btw – intracommunautaire levering”. Na controle via VIES blijkt het btw-nummer van de klant geldig. De levering wordt verwerkt in de btw-aangifte én in de ICP-opgave over dat kwartaal. Dankzij deze stappen voldoet de levering aan de voorwaarden voor het 0%-tarief.

Zo voldoet u aan de ICL-regels

We geven u nu een korte uitleg over wat u moet doen om aan de ICL-regels te voldoen.

  • Controleer vóór levering het btw-nummer van de klant via VIES.
  • Zorg voor aantoonbaar vervoer naar een andere EU-lidstaat (bijv. vrachtbrief, track & trace).
  • Factureer zonder btw en vermeld: “btw verlegd” of “0% btw – intracommunautaire levering”.
  • Vermeld het btw-nummer van de klant én uzelf op de factuur.
  • Dien tijdig een correcte ICP-opgaaf in.
  • Bewaar alle bewijsstukken (factuur, betaling, verzendbewijs, VIES-controle) in uw administratie.

Met deze controlepunten beperkt u het risico op naheffing en maakt u correct gebruik van de btw-vrijstelling.

FAQ

Wanneer is er géén sprake van een intracommunautaire levering?

Wanneer goederen geleverd worden aan particulieren, aan afnemers buiten de EU of het betreft diensten, dan is géén sprake van een intracommunautaire levering. Ook als het vervoer niet plaatsvindt tussen twee EU-lidstaten of afnemer geen btw-plichtige ondernemer is, geldt het ICL-regime niet.

Wat zijn de btw-gevolgen van een intracommunautaire levering van diensten?

Diensten vallen niet onder intracommunautaire leveringen van goederen. Bij B2B binnen de EU wordt doorgaans de btw verlegd via reverse charge: u factureert zonder btw, de afnemer doet hetzelfde in zijn eigen lidstaat. Speciale regels gelden voor telecommunicatie, culturele diensten of toegang tot evenementen.

Wat is het verschil tussen een intracommunautaire levering en een export buiten de EU?

Een intracommunautaire levering vindt plaats binnen de EU tussen twee btw-plichtige ondernemers in verschillende lidstaten en is btw‑vrijgesteld. Een export betreft levering naar landen buiten de EU en valt onder exportregels. Deze vereisen vaak douanedocumenten en aangifte, maar zijn niet geregeld via intracommunautaire btw-systematiek.

Wat is een 'fictieve intracommunautaire levering' in geval van demonstratiegoederen of beursmateriaal?

Bij verplaatsing van goederen zoals demonstratiemodellen of beursmateriaal binnen de EU kan een fictieve ICL ontstaan. Dit wordt gezien als interne verplaatsing binnen uw bedrijf. In specifieke gevallen geldt de Quick Fix-regeling waardoor registratie en ICL/ICV-aangifte alleen nodig zijn bij levering aan derden binnen twaalf maanden.

Wat zijn de gevolgen als ik ten onrechte het 0%-tarief toepas?

Bij onterechte toepassing van het 0%-tarief moet u de btw alsnog afdragen, inclusief mogelijke boetes en rente. De Belastingdienst kan dit met terugwerkende kracht corrigeren. U loopt bovendien het risico op extra controles.

Moet ik mij registreren in een ander EU-land voor btw als ik daar een voorraad houd?

Ja, in veel gevallen moet u zich registreren voor btw in het EU-land waar de voorraad zich bevindt. Dit geldt vooral als de voorraad daar blijft liggen en niet direct geleverd wordt aan een specifieke klant.

Hoe controleer ik of mijn klant een geldig btw-identificatienummer heeft?

U kunt het btw-nummer van uw klant verifiëren via het VIES-systeem van de Europese Commissie. U vult het btw-nummer in en controleert of het actief is. Sla altijd de datum en uitkomst van de controle op in uw administratie.

Lees onze andere artikelen: 

Laatste artikelen